Als je niet meer blij wordt van je werk

Passie voor je werk is een voorwaarde voor duurzame inzetbaarheid

Word jij blij van je werk? De meeste mensen weten deze vraag snel te antwoorden. Maar wat zorgt ervoor dat je blij wordt van je werk? Die vraag is lastiger meestal iets lastiger. Terwijl het heel belangrijk is om te weten, want als dat wat jou energie geeft uit je werktaken wordt geschrapt, heeft dat grote gevolgen voor je gezondheid, je geloof in je eigen kunnen en je ambitie. Daarom in dit artikel aandacht voor hoe we op de werkvloer met een gedeelde verantwoordelijkheid invulling kunnen geven aan gezondere arbeidsrelaties en daarmee werkplezier en werkeffectiviteit kunnen bevorderen.

Op de vraag ‘Waar word jij blij van in je werk?’ kreeg ik recent tijdens een presentatie antwoorden als: doen wat je leuk vindt, doen waar je goed in bent, waardering en erkenning krijgen. Op de vraag ‘In hoeverre zijn de omstandigheden op de werkvloer van invloed op jouw werkplezier?’ kreeg ik vooral antwoorden die gingen over de invloed van de collegae. Wanneer je goed met ze door een deur kunt, werkt dat een stuk prettiger dan wanneer dit niet het geval is.

Andere factoren die vanuit de werkcontext genoemd werden als van invloed op het functioneren waren: het beleid, de diversiteit van werkzaamheden, de mate van het krijgen van autonomie en de leiderschapsstijl. Grappig dat deze factoren allemaal van invloed zijn op ervaren van werkplezier en  effectief kunnen zijn in het werk. Het zijn basisingrediënten als stimulans van (werk)geluk, succes en werkmotivatie.

Mijn verlies van werkplezier
Mijn persoonlijke verhaal over de gevolgen van het verlies van werkplezier, wil ik met jullie delen. Eerst zal ik vertellen waar ik in mijn werk blij van word.

Waar word ik blij van in mijn werk? Dat is van mensen een dienst bewijzen. Bij mijn laatste werkgever deed ik dat door service aan klanten te verlenen bij hun alledaagse operationele vraagstukken op het gebied van rekeningen en betaalactiviteiten. Mijn passie was de vraag van de klant dusdanig helder krijgen dat ik ze vervolgens kon begeleiden bij het zo efficiënt mogelijk regelen van de vele omvangrijke wijzigingen en vraagstukken waarmee treasury afdelingen van grote beursgenoteerde ondernemingen dagelijks dealen. Toen, ook voor dit klantsegment, de selfservice systemen zijn intrede deed, had dit behoorlijke impact op mijn functieinhoud. Steeds minder had ik telefonisch klantcontact. Klantbezoeken waren voortaan alleen voor hoogwaardig financiële adviesverlening. Zo verdween voor mij plotsklaps essentiële functie inhoud, die het werk voor mij juist zo leuk maakte. De, door digitalisering veroorzaakte, veranderingen hadden grootse gevolgen.

Ziek door verlies van passie
Mijn balans tussen belasting en belastbaarheid raakte ernstig verstoord. ’s Ochtends werd ik wakker met de gedachte ‘ik wil vandaag niet naar kantoor’. Iedere dag werd het opstaan zwaarder en ik dacht bij mezelf: hoe moet dit verder, hoe sleep ik me door de dag, waar eindigt dit? Ik sliep slecht en werd prikkelbaarder, omdat vermoeidheid steeds meer parten ging spelen. Ik werd er gewoon ziek van! Door het verlies van passie en zingeving in mijn baan kreeg ik last van bore-out verschijnselen.

Een andere weg inslaan
Zo kwam ik voor een T-splitsing te staan. De ene kant op betekende gewoon doorgaan, in de wetenschap dat ik dan in de ziektewet zou belanden. Van gewoon doorgaan zou niemand beter worden. En als mijn gezondheid het laat afweten, dan houdt werken sowieso op, toch? De andere weg inslaan, betekende naar een nieuwe baan op zoek gaan. Ondanks dat de keuze voor ander werk zoeken in deze tijd als een sprong in het diepe voelde, ben ik dit avontuur aangegaan. Het was een behoorlijke uitdaging om na 29 jaar in hetzelfde vakgebied te hebben gewerkt, iets nieuws te bedenken. Ik kom uit een generatie waar ‘je- moet- doen- wat- je- leuk- vindt’, niet gebruikelijk was. Nee, het was meer ‘ga–voor- een- baan- voor- het- leven’. Goed je best doen, hard werken en geld verdienen, dat was de moraal! Werkzekerheid en loyaliteit stonden hoog in het vaandel. Dit in tegenstelling tot de huidige tijd waar flexwerk en waardetoevoeging steeds meer een ‘must’ mind-set zijn.

Van crisisdenken naar losdenken
Om het roer om te gooien heb ik samen met een loopbaancoach uitgezocht wie ik ben, wat ik kan en wat realistisch is. Leuk dat mijn uitkomst was om zelf ook loopbaancoach te worden! Ik ben gestopt met mijn ‘oude denken’. Ik boog crisisdenken en anderen de schuld geven, waar wij in Nederland over het algemeen erg goed in zijn, om naar losdenken, denken in mogelijkheden. In de HMS (Houdt Moedig Stand) houding, heb ik mijn eigen verantwoordelijkheid voor mijn toekomst en loopbaan genomen. Inspanningen om alsnog een passendere plek bij mijn werkgever te vinden, leken op verwoede spartelpogingen van een zeehond, die per ongeluk in laag water is geraakt.  Zo indrukwekkend als ik mijn vertrek bij mijn werkgever zelf vond, zo weinig schokkend was het voor de organisatie die zich in een sterk krimpende sector bevindt.

Momenteel doe ik vrijwilligerswerk en maak ik vlieguren als FNV loopbaanconsulente en trainer. Verder ben ik stagiaire (ik voel me weer piepjong!) bij een outplacementbureau. Wat ik nu doe, is op ‘zijnskracht’ gebaseerd en is vanuit intrinsieke motivatie.  Mijn energieniveau is weer op pijl. Onlangs heb ik door het behalen van mijn Post-HBO diploma coach loopbaan en persoonlijke ontwikkeling, één van mijn eerste gestelde doelen op mijn actielijst afgevinkt.

Aandacht voor verlies van passie
Mijn persoonlijke verhaal geeft aan dat digitalisering grote invloed op de inhoud van functies heeft. Functies kunnen complexer of uitgehold worden en zelfs helemaal verdwijnen. Zonder enige  wrok terugkijkend, droegen de vele gesprekken met mijn leidinggevende, waarin ik herhaaldelijk aangaf dat ik ziek werd van mijn werk, niet bij aan een oplossing.  De gesprekken kwamen iedere keer uit op disfunctioneren en dat deed geen recht aan het geheel. Ik dreigde in een bepaald traject te belanden. Gelukkig was ik krachtig  en proactief genoeg om mijn situatie ten goede te keren. Soms vraag ik me af hoe een helpende hand en begrip voor dat wat er werkelijk aan de hand was, voor mij zou zijn geweest. Hoe als het accent van meet af aan op de oorzaak was gelegd en dat er aandacht was geweest voor mijn verlies van passie? Maar ook, hoe had ik zelf beter op de toekomst kunnen anticiperen? Het is goed als organisaties en medewerkers hier meer oog voor krijgen. Psychosociale arbeidsbelasting in een vroeg stadium ontdekken, start bij een goed gesprek waarbij oordeelloos luisteren en waardevrije onderzoeksvragen centraal staan. Het biedt een kompas om te bepalen wat de organisatie voor medewerkers kan doen en wat je als medewerker hier zelf aan gaat doen. Voor de preventiemedewerker is het van belang om dit gesprek te initiëren om vervolgens ook daadwerkelijk informatie te krijgen voor een preventief beleid of bijstellingen van het huidige preventiebeleid.

Samen koers bepalen
Een voorbeeld van een instrument om samen een koers te bepalen is het Dantefactor Kompas. Het levert bruikbaar inzicht op van waar je blij van wordt in je werk. Het zoomt in op het ervaren van passie, het geloof in eigen kunnen en de mate waarin je openstaat om jezelf te ontwikkelen. Ook geeft het informatie  welke factoren in je werkomgeving hierop stimulerend of belemmerend werken. Door met oprechte aandacht voor elkaar in gesprek te gaan, bouw je in gedeelde verantwoordelijkheid op een constructieve manier aan gezondere verhoudingen tussen mens en arbeid.

In het besef dat ik niet uniek ben in mijn ervaring, verwacht ik dat er steeds meer medewerkers  op zoek zijn naar oplossingen en mogelijkheden. Het Dantefactor Kompas biedt echt handvat als positief sturingsinstrument doordat het enerzijds de werknemer de regie geeft en het anderzijds de werkgever inzicht verschaft. Zo werk je samen aan het met meer plezier ‘duurzaam’ werken aan resultaat.

Hoe mooi is het als we onnodig leed kunnen voorkomen. Ik bouw graag mee aan  een gezondere blijere wereld met ‘Happy cows that give more milk’.

Duurzame inzetbaarheid