Meeste onvrijwillige flexwerkers in de bouw

Negen op de tien flexwerkers in de bouw heeft liever een vaste baan. Dat blijkt uit onderzoek van het CBS en TNO. In hetzelfde rapport staat dat één op de vijf van het totaal aantal flexwerkers in Nederland daarentegen de voorkeur geeft aan flexibel werk.

Sectorhoofd van FNV Bouw Janna Mud maakt zich zorgen over de cijfers binnen de bouwsector. ‘Veruit de meeste flexwerkers in de bouw doen het niet voor de lol. Ze hebben tegen hun zin grote inkomensonzekerheid,’ zegt ze in een reactie. Volgens haar is deze situatie te wijten aan werkgevers die de taken van een werkgever niet willen uitvoeren. ‘Werkgevers leggen de risico’s van bedrijfsvoering neer bij de flexwerkers en plukken zelf de vruchten van goedkope arbeid, zonder verantwoordelijkheid te nemen.’

Omgooien

Volgens Mud pleit FNV Bouw al jaren voor een hervorming in de bouw; een benadering ‘waarbij echte banen weer centraal staan, banen met zekerheid en contracten op basis waarvan je je leven kunt inrichten.’ Volgens haar is dat niet alleen goed voor de werknemer, aangezien de werkgever er loyaal personeel voor terugkrijgt. ‘Het is mij een groot raadsel waarom dat niet allang gebeurt. Is het kortzichtigheid, desinteresse, ik weet het niet.’

Maar over het algemeen…

Opvallend genoeg heeft 17% het totaal aantal flexwerkers in Nederland (dus alle sectoren meegerekend) volgens de cijfers geen behoefte aan vast werk. Vergeleken met andere werknemers is deze groep vaker tevreden met hun werk en melden ze minder vaak burn-outklachten. Vooral werknemers met een parttime baan van minder dan 20 uur per week vinden een flexibel contract juist prettig.

Bron: CBS, FNV Bouw