Minder maatregelen tegen psychosociale risico’s

Naast het geven van meer autonomie om psychosociale risico’s te verminderen, zijn veranderingen in de organisatie van werk ook belangrijke maatregelen tegen psychosociale belasting.

Werkgevers troffen in 2021 minder vaak regelingen om werknemers tegen psychosociale belasting te beschermen. Dat is een opvallende trendbreuk, want tussen 2014 en 2019 namen werkgevers juist meer maatregelen tegen psychosociale risico’s. Ook hebben werknemers minder autonomie in hun werk gekregen. Dit blijkt uit de Werkgevers Enquête Arbeid 2021 van TNO.

Regelingen tegen psychosociale belasting zijn belangrijk om het risico op werkgerelateerde stress te verminderen. Het geven van meer autonomie aan werknemers is een voorbeeld van een maatregel om psychosociale risico’s te verminderen. Maar het aantal werknemers dat zelf kan beslissen over hun werkmethode, werkverdeling en werktijden nam in 2021 fors af. De autonomie lag in 2021 zelfs lager dan in 2010, blijkt uit de Werkgevers Enquête Arbeid 2021.

Psychosociale belasting

De Werkgevers Enquête Arbeid 2021 van TNO wordt tweejaarlijks bij ongeveer 4.500 bedrijven, instellingen en organisaties in Nederland afgenomen. Zo was te zien dat werkgevers tussen 2014 en 2019 steeds meer maatregelen namen tegen psychosociale risico’s. De afgelopen 2 jaar daalde dit aantal fors. Op de ICT sector na, is er in elke sector sprake van een daling van het inzetten van regelingen tegen psychosociale belasting.

Naast het geven van meer autonomie om psychosociale risico’s te verminderen, zijn veranderingen in de organisatie van werk ook belangrijke maatregelen tegen psychosociale belasting. Bij veranderingen in de organisatie van werk kan je denken aan aanpassingen in planning, takenpakket en werktijden.

‘De ongunstige trends worden deels verklaard door de COVID-19 situatie waarin we eind 2021 zaten,’ zegt onderzoeker Gerben Hulsegge van TNO. ‘Werkgevers hebben zich mogelijk beperkt gevoeld om maatregelen te kunnen nemen om psychosociale risico’s te verminderen omdat andere zaken prioriteit hadden.’ Veel werkgevers focusten zich op maatregelen om het hoofd financieel boven water te houden. Ook was er in veel sectoren een tekort aan personeel. ‘Hierdoor kon de werkgever zich minder flexibel opstellen naar de eigen werknemers,’ verduidelijkt Hulsegge. ‘In de huidige situatie met de krapte op de arbeidsmarkt en de vaak hoge taakeisen is het juist van belang dat organisaties veel aandacht besteden aan deze maatregelen om zo werkstress te verminderen en verdere uitval te voorkomen.’

Autonomie

De mogelijkheden van een werknemer om invloed uit te oefenen op de eigen werkzaamheden en hoe hij of zij het werk indeelt is op verschillende vlakken volgens werkgevers verminderd. De autonomie is zowel op het vlak van werkmethode, werkverdeling en werktijden afgenomen. Het percentage werkgevers dat aangaf dat hun werknemers zelf kunnen beslissen over hun werkmethode nam af van 50% naar 38% tussen 2019 en 2021. Het zelf kunnen beslissen over werkverdeling daalde, van 51% naar 37%, ongeveer even sterk. Bij het zelf kunnen bepalen van de werktijden en pauzes nam de autonomie af van 45% naar 36%.

In bijna elke sector is een daling in autonomie te zien. Die daling is het grootst in de bouw, zorg en vervoer. In de zorgsector is het percentage medewerkers dat zelf het werk kan indelen gedaald van 63% in 2019 naar 45% in 2021. De daling in autonomie is te zien in zowel kleine als grote organisaties.

Bron: TNO

Psychosociale arbeidsbelasting