Gezondheidsmanagement - Preventie

CMR stoffen: Onmisbaar of vervangbaar?

CMR stoffen: Onmisbaar of vervangbaar?

De cijfers zijn bekend. Het aantal dodelijke slachtoffers door langdurig werken met gevaarlijke stoffen: 3000 per jaar door de uitgestelde effecten. Ter vergelijking: in het verkeer vallen jaarlijks 5(!) maal minder slachtoffers. De term sluipmoordenaar wordt terecht vaak gebruikt. Zijn CMR stoffen onmisbaar of vervangbaar?

Voorbeelden om werknemers en werkgevers bewust te maken waarmee men werkt en waaraan men blootgesteld wordt, zijn legio. “We doen het al jaren zo”, “Ik werk hier al meer dan 25 jaar en ben nooit ziek”, “Ik ga niet mijn hele proces omgooien, dan draag ik wel zo’n kapje”, “We kunnen hier niet anders, want wij moeten productie leveren”. Je hebt ze vast ook wel eens voorbij horen komen. Excuses om de arbeid hygiënische strategie te omzeilen of zelfs te saboteren.  Natuurlijk allemaal aannames en bij diverse bedrijven gebeurt dat natuurlijk niet. Ze hebben het (bijna) allemaal prima voor elkaar…… Of toch niet?

Afkortingen uitgelegd

CLP: Classification Labeling and Packaging 
(vrij vertaald: Classificatie Labelling en Verpakken van stoffen en mengsels)

CMR-stoffen: Carcinogene, Mutagene en Reprotoxische Stoffen 
(vrij vertaald: stoffen die kanker kunnen veroorzaken, schade aan het erfelijk materiaal kunnen aanrichten of een risico zijn voor voortplanting en nageslacht)

Op website RIVM: Stoffen kunnen ingedeeld zijn als Carcinogeen (kankerverwekkend) en/of Mutageen (veranderingen in erfelijke eigenschappen inducerend) en/of Reproductie toxisch (schadelijk voor de voortplanting of het nageslacht). Stoffen die 1 of meerdere van deze eigenschappen hebben worden CMR stoffen genoemd.

H361: Kan mogelijk de vruchtbaarheid of het ongeboren kind schaden

H372: Veroorzaakt schade aan organen

STOP-strategie: de S van substitutie

De STOP strategie zegt duidelijk dat Substitutie de eerste en belangrijkste stap is naar een gezondere en veilige werkomgeving. Ingegeven door het Arbeidsomstandighedenbesluit dat in artikel 4.13 (en 4.17) aangeeft dat specifiek gevaarlijke stoffen vervangen dienen te worden, als dit technisch mogelijk is (dus onafhankelijk van een economisch belang).

Inmiddels is in artikel 4.13 het kader van ‘alle’ gevaarlijke stoffen teruggebracht tot de CM-stoffen en processen. Dat zijn de stoffen/processen die aangemerkt worden als carcinogeen en/of mutageen.

Interessant aspect is dat indien men ‘niet zonder’ de CM stoffen/processen kan, de werkgever verplicht is om tal van administratieve maatregelen te nemen. Dat betekent registreren wie, wanneer waarmee heeft gewerkt en onder welke omstandigheden. Ook de werknemer is in deze niet vrij van verplichtingen om zichzelf te beschermen.  Dat zet die S van Substitutie in een ander daglicht, zeker met een bewaartermijn van tientallen jaren van dergelijke stoffenadministratie.

Inspecties van diverse overheden hebben aangekondigd ook in 2020 hier nadrukkelijker op te letten. Een flinke stok achter de deur om toch eens na te denken of die onmisbare stof echt niet te vervangen is.

RI&E

Alle organisaties die meer dan 40 uur aan medewerkers in dienst hebben moeten een Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RIE) hebben. Pas als je weet waar de risico’s liggen in je bedrijf en de mogelijke effecten ervan kun je de juiste maatregelen nemen. Bijvoorbeeld dat er binnen het bedrijf met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt. De kolom CMR stoffen zal dan op sommige plaatsen materialen vermelden waar men ‘iets mee moet’. Dan is vervanging niet alleen het meest voor de hand liggend, maar ook de weg met de minste rompslomp.

Juist de bedrijven die de producten in kaart brengen die ook naast hun primaire processen gebruikt worden, worden soms onaangenaam verrast. Een dozijn remmenreiniger is snel besteld en wordt ‘overal’ voor gebruikt. Een ontvetter in combinatie met een lijm die dezelfde aromatische verbinding bevat, of het reinigen van plamuurmessen met het spoelmiddel van de verfpistolen uit de spuitcabine. Voorbeelden van handelingen die gebaseerd zijn op gemak en er vaak ‘ingeslopen’ zijn.

Vervanging CMR stoffen: een praktijkvoorbeeld

Een schadeherstel- en poetsbedrijf in het zuiden des lands, was niet zo zeer getriggerd door de verplichting om CMR stoffen te vervangen. Het was vooral het besef dat men zelf nog jaren dit werk wil doen plus de verantwoordelijkheid voor de werknemers en de inmiddels geboren mogelijke opvolger. Het betreffende bedrijf realiseerde zich dat veel pictogrammen op de verpakking betekent dat die producten eens nader onder de loep genomen moesten worden. Dat hiervoor hulp beschikbaar is, hoeft hier niet te worden uitgelegd. Vier toepassingen kwamen naar boven: spoelen van spuitpistolen, verwijderen van tectylcoating, plamuurmesreiniging, ontvetten van spuitwerk. Dat deden ze allemaal met hetzelfde product: thinner. Ook de verf werd hiermee verdund. Een product met een viertal CLP-pictogrammen (en met name de H361 en H372 zinnen) op het etiket. (Nood)zaak dus om hier eens kritisch naar te kijken. Maar hoe pak je dat nou aan?

Uiteraard werkt een spuiter met de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen, heeft de spuitcabine een gecontroleerde atmosfeer, is er een puntafzuiging boven de plaats waar plamuurmessen worden gereinigd en ook bij het ontvetten van carrosserie kan een puntafzuiging worden bijgezet. Natuurlijk zijn dat maatregelen waarin is geïnvesteerd en in combinatie met de PBM’s betreft dat op jaarbasis een flinke kostenpost. De cijfers hoe dicht een puntafzuiging op een emissiebron geplaatst moet worden zijn ook zeker bekend, om nog maar te zwijgen van verkeerd (of niet) gebruik van beschermingsmiddelen, met als dieptepunt het filtermasker waarin een gaatje is geprikt zodat toch gerookt kan worden tijdens de werkzaamheden (overigens gelukkig niet bij dit bedrijf).

TOP maatregelen worden er genomen: afzuiging, shiftwissel en PBM’s, echter is TOP in dit geval driekwart van het STOP acroniem en staat de S er juist nog voor. Niet altijd wordt er in de spuitcabine met thinner gewerkt, niet altijd wordt er met het (juiste) filtermasker gewerkt, niet altijd wordt de puntafzuiging juist geplaatst om optimale afzuiging mogelijk te maken. Kortom voorkomen is beter dan genezen en zeker beter dan niet meer te genezen (iets met een kalf en een put).

Bronaanpak

Hoe gaat dat voorkomen, preventie en substitutie dan in zijn werk? In feite pik je de juiste applicaties en processen eruit die in de RI&E de hoogste prioriteit hebben gekregen (dus vaak de CMR gerelateerde processen) en kijk je of het proces anders kan:

  • In plaats van lijmen, verbindt men twee delen door vouwen of ander ontwerp (kliksysteem) en voorkomt men gebruik van een ontvetter en de lijm die beiden op basis van CMR stoffen kunnen zijn.
     
  • Is het überhaupt noodzakelijk om hier met een chemische (CMR) stof te werken?
    Bestaan er alternatieve producten waarmee hetzelfde resultaat wordt bereikt zonder dat hiervoor gevaarlijke stoffen nodig zijn?
     
  • Proces uitbesteden aan een andere (gespecialiseerde) organisatie, hoewel dit het verleggen van het probleem is.

Even terug naar het betreffende voorbeeld: hier heeft men gekozen om de processen waarin de thinner niet werd gebruikt om te verdunnen, maar om te reinigen en te ontvetten, nader te onderzoeken. Met behulp van de leverancier werden prima alternatieven gevonden.
Spuitpistolen worden gereinigd met een spoelmiddel vrij van CLP-labelling, wat tot wel 15 keer langer meegaat, makkelijker is op te slaan en vrij is van CMR stoffen.
Ontvetten van carrosserie en spuitwerk gebeurt nu met een op water gebaseerd product, waarbij de hechting van de aan te brengen coating minimaal gelijk blijkt te zijn.
Plamuurmessen worden gereinigd met een labelvrij product, wat bovendien ook vrij van VOS is.
Ook tectyl blijkt prima te verwijderen met een non-CMR non-CLP product.

Inzet veilige alternatieven

Vier voorbeelden van een bronaanpak die perfect past in de arbeid hygiënische strategie. Niet voor niets dat tijdens het Innovatiefestival Gevaarlijke Stoffen (van het Ministerie SZW) in maart 2019 dit bedrijf bij de genomineerden in de Goede Praktijken Competitie hoorde: https://www.arboineuropa.nl/goede-praktijken-framit-autoschade. Toen is ook de interesse van FOCWA gewekt en zij hebben dit opgepakt om de vervanging van plamuurmesreinigers nader te onderzoeken. Via een mailing en de website: https://www.goedbezigbaas.nl/ werden leden uitgenodigd om kosteloos een alternatieve reiniger te testen en zo te ervaren dat zonder bijvoorbeeld tolueen-houdende producten hun gereedschap ook prima is schoon te maken.

Men helpt hun leden op die manier laagdrempelig kennis te maken met alternatieve middelen en oplossingen zonder dat flinke investeringen gedaan moeten worden. Denk aan adviseurs, afschermingen, afzuigingen, persoonlijke beschermingsmiddelen, aangepaste ruimtes, etc.

Kijk voor meer alternatieve producten en oplossingen op www.eco-point.com of neem vrijblijvend contact op zodat ook andere organisaties en branches, op zoek naar CMR-vrije (reinigings)middelen, doorlopen kunnen worden. Om deze stap te vergemakkelijken heeft Eco-Point een Quick scan ontwikkeld. De Quick scan is bedoeld om de bevindingen uit de RI&E en plan van aanpak uit te voeren langs de STOP strategie. https://www.eco-point.com/quick-scan-gevaarlijke-stoffen

De hobbel om iets wat men al meer dan twintig jaar (ongezond)  gebruikt te vervangen door een alternatief wat men nog wel twintig jaar veilig en gezond kan gebruiken, is hiermee gemakkelijker te nemen.


Source URL: https://www.werkenveiligheid.nl/preventie/gezondheidsmanagement/cmr-stoffen-onmisbaar-vervangbaar