‘Poolse werknemers nog altijd uitgebuit’

poolse werknemers, polen, arbeidsuitbuiting, de correspondent

Poolse arbeiders in Nederland hebben ondanks maatregelen nog steeds te vaak te maken met onder andere lange werkdagen, onbetaald overwerk, bedreigingen en gezondheidsklachten door zwaar fysiek werk.

 

Dat blijkt uit onderzoek (zie bijlage) van FairWork en Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO). De onderzoekers stellen dat de serie maatregelen die de Nederlandse overheid in 2011 nam niks of te weinig heeft uitgehaald voor de migranten. Dit, terwijl de Poolse arbeiders evenveel rechten hebben als hun Nederlandse collega’s. De Polen zijn volgens FairWork en SOMO door hun afhankelijkheid van uitzendbureaus te kwetsbaar voor uitbuiting. De Nederlandse regering zou desondanks teveel vertrouwen op de zelfregulering van de uitzendbranche.

 

Polen aan het woord

Voor het onderzoek spraken FairWork en SOMO met meer dan honderd Poolse arbeiders in heel Nederland. De interviews zijn gebundeld in het onderzoeksrapport Profiting from Dependency. Zo geeft een van de arbeiders aan dat de eigenaar van de kas waarin hij werkte een competitie introduceerde. ‘Hij hing een lijst met alle namen op de muur, op volgorde van productiviteit. Als iemand een paar dagen in de ‘oranje sectie’ bleef hangen, werd hij ontslagen,’ zegt hij. ‘De eigenaar belde dan het uitzendbureau, noemde de naam van de werknemer en zij belden hem dan op met de mededeling dat hij geen werk meer had. “Sneller, sneller, sneller” en “faster, faster, faster” zijn de enige Nederlandse en Engelse woorden die ik ken.’

 

De robot

Tegelijkertijd met het publiceren van het onderzoeksrapport, publiceerde De Correspondent een artikel van Dennis l’Ami. In 2013 werkte hij tien maanden lang via uitzendbureau Covebo bij het distributiecentrum van de supermarkt Coop in Deventer. In zijn stuk zet l’Ami meerdere bevindingen uiteen, die volgens hem gelden voor meerdere werkplekken dan alleen het distributiecentrum van Coop. Zo benoemt hij dat veel Polen altijd beschikbaar moeten zijn en vaak drugs als coke en speed gebruiken om het werk vol te kunnen houden. De hoge werkdruk zou een resultaat zijn van een targetgericht werkbeleid Zo moest l’Ami binnen een uur steeds minimaal 180 dozen of kratten voedsel (colli’s) verzamelen, opstapelen en van stickers voorzien. ‘De meeste producten in dit distributiecentrum variëren in gewicht van een paar ons tot 25 kilo,’ schrijft hij. ‘Per uur til je al snel 2.500 kilo aan producten op containers.’ Pas na een maand lukte het hem eens om de norm te halen: ‘Ik ging de avond ervoor zo vroeg mogelijk naar bed en sprak de hele dag met niemand. Als de bel van een van de pauzes loeide, werkte ik nog een minuutje door en als de pauze was afgelopen, stond ik alweer klaar bij een nieuwe container. Ik sneed mensen af waar nodig. Ik liep boven de norm van 180 colli's per uur, met als gevolg dat ik meer tilde dan ik eigenlijk aankon. Ik heb me als een robot gedragen. En dan haal je de norm.’ Wanneer hij bij het tillen van een zwaar krat een pijnscheut in zijn rug voelt, informeert hij bij een van zijn leidinggevenden over zijn situatie. ‘Een dag vrij om bij te komen is uitgesloten. “Niemand dwingt je om hier te werken, l'Ami.”’

 

De wet en de overheid

l’Ami heeft het niet langer dan tien maanden volgehouden in het distributiecentrum. Hij werd plotseling en zonder duidelijke aanleiding ontslagen. In een reactie op zijn artikel laat Coop weten zich niet te herkennen in zijn bevindingen. ‘Dit is kennelijk zijn persoonlijke ervaring, maar mogelijk is de heer l’Ami ook volstrekt ongeschikt voor het werken in een distributiecentrum,’ citeert l’Ami. Minister Lodewijk Asscher van SZW zegt wél geschrokken te zijn van het verhaal.‘Het is van groot belang dat mensen in hun werk goed behandeld worden. Volgens de Arbeidsomstandighedenwet mogen werkzaamheden geen gevaar opleveren voor de veiligheid en gezondheid van de werknemer,’ zegt hij. Hij roept alle buitenlandse werknemers die denken uitgebuit te worden op zich te melden. ‘Zonder klachten, meldingen of getuigenissen is het ondoenlijk te handhaven.’ De onderzoekers van SOMO en FairWork voegen daaraan toe dat de overheid méér voor de Polen kan betekenen door de uitzendbureaus beter te controleren. ‘Zelfregulering in de sector faalt en de Poolse arbeiders zijn de dupe. Uitzendbureaus, inleners en overheid zijn aan zet om goed werk te realiseren voor alle Poolse arbeidsmigranten in Nederland.’

                                                            

Bron: De Correspondent, SOMO