Voor wie gelden ARIE en Brzo?

Aanvullende regelgeving gevaarlijke stoffen

 

Gevaarlijke stoffen in grote hoeveelheden brengen specifieke risico’s met zich mee. Daarvoor bestaat aanvullende regelgeving: het Besluit risico’s zware ongevallen (Brzo) en de in het Arbobesluit opgenomen ARIE-regeling.

Risico’s

Behalve risico’s voor direct betrokkenen kan een incident met een grote hoeveelheid van een gevaarlijke stof of stoffen een bedreiging vormen voor andere delen van het bedrijf, personen buiten de afdeling of zelfs personen en gebouwen buiten het bedrijfsterrein. Denk daarbij aan branden, explosies en gifwolken. Vooral bedrijven in de (petro)chemische industrie kunnen met deze gevaren te maken krijgen. Maar ook bedrijven uit andere industrietakken worden aan de gevaren blootgesteld door bijvoorbeeld het gebruik van koelinstallaties met vloeibare ammoniak.

Aanvullende regelgeving: ARIE of Brzo

Voor ongeveer 700 bedrijven die met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen werken, is aanvullende regelgeving opgesteld om medewerkers, milieu en omwonenden te beschermen. Het Besluit Risico’s Zware Ongevallen 1999* (Brzo) combineert deze drie aandachtsgebieden.

Op het gebied van arbeidsveiligheid bestaat daarnaast de zogenaamde ARIE-regeling, die is opgenomen in het Arbobesluit. De ARIE-regeling is feitelijk een Aanvullende Risico-Inventarisatie en -Evaluatie met betrekking tot de risico’s van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen en kent vergelijkbare verplichtingen als het Brzo.

Voor wie
In grote lijnen geldt de Brzo voor grotere bedrijven en de ARIE-regeling voor kleinere bedrijven. Werkgevers moeten zelf nagaan of het Brzo of de ARIE-regeling op hen van toepassing is. Dit kan met behulp van grenswaarden. Valt een bedrijf onder het Brzo of de ARIE-regeling, dan moet hiervan een melding worden gedaan bij de instantie die de milieuvergunning afgeeft (Brzo) of de Inspectie SZW (ARIE).

Verdere verplichtingen

Naast een melding richting Inspectie SZW, hebben werkgevers de volgende verplichtingen:

Brzo 1999, lage drempelwaarde:

  • opstellen preventiebeleid zware ongevallen
  • invoeren van een veiligheidsbeheerssysteem (dit is onderdeel van het managementsysteem)
  • invoeren van een intern noodplan

Brzo 1999, hoge drempelwaarde:
Dezelfde eisen als bij de lage drempelwaarde, met de aanvullende eis het opstellen van een veiligheidsrapport.

Publikatiereeks gevaarlijke stoffen

De Publikatiereeks Gevaarlijk Stoffen (PGS) richtlijn 6 licht de regels uit het Brzo en Rrzo (Regeling risico’s zware ongevallen) toe voor bedrijven die een veiligheidsrapport (VR) opstellen of scenario’s maken. PGS 6 gaat in op de eisen voor het veiligheidsbeheerssysteem (VBS) en het VR. Het is geen dwingend voorschrift, bedrijven mogen vergelijkbare of betere informatie aanleveren. Ze moeten wel voldoen aan de wettelijke eisen. PGS 6 is voor toezichthoudende overheden het uitgangspunt.

Bron: Rijksoverheid
 

Wet- en Regelgeving