Aandacht voor aangifte

De geïntegreerde, landelijke aanpak van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak staat sinds 2007 hoog op de politieke agenda. De aangiftebereidheid onder de beroepsgroepen blijft een aandachtspunt.


Indrukwekkend. Zo betitelt de DSP-groep het aantal folders, flyers en filmpjes dat gemeenten, de ambulancezorg en het openbaar vervoer hebben gemaakt om aangiftebereidheid onder werknemers te stimuleren. De DSP-groep evalueerde in 2012 in hoeverre de politie en het openbaar ministerie (om) de Eenduidige Landelijke Afspraken (ELA) hebben nageleefd. Die 36 afspraken – met politie, om en ketenpartners – richten zich op een eenduidige, effectieve en snelle afhandeling van agressie en geweld tegen de circa anderhalf miljoen werknemers met een publieke taak die ons land kent. Voor het eerste van de zes uitgangspunten van de ELA – hoge prioriteit voor opsporing en vervolging – is het van essentieel belang dat werknemers aangifte doen van een geweldsincident. Want zonder proces-verbaal kan de opsporing niet van start gaan, laat staan dat er sprake kan zijn van vervolging.

De aangiftebereidheid is dan ook een structureel aandachtspunt binnen het programma Veilige Publieke Taak, dat in 2007 door de toenmalige minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties werd geïnitieerd en dat tot 2015 wordt voortgezet. Het programma is bedoeld om agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak, zoals treinconducteurs, ambulancemedewerkers, brandweermensen en politieagenten, landelijk aan te pakken. Het programma stimuleert werkgeversmaatregelen, strafrechtelijke interventies en ketensamenwerking. Het Expertisecentrum Veilige Publieke Taak ondersteunt werkgevers en werknemers daarbij.

Volgens cijfers van het Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties is de laatste jaren een dalende trend ingezet in het aantal werknemers met een publieke taak dat met agressie en geweld te maken heeft. In 2009 werd 65 procent slachtoffer en in 2011 was dit 59 procent. De aangiftebereidheid is in die periode waarschijnlijk licht gestegen, becijferde de  DSP-groep in 2011. Toch deed in dat jaar niet meer dan 7 procent van de werknemers met een publieke taak aangifte. Bovendien is het aandeel werkgevers dat consequent aangifte doet van ernstig ongewenst gedrag afgenomen. Minder dan een derde van alle werknemers met een publieke taak (31 procent) gaf in 2011 aan dat de werkgever dit doet. In 2009 was dit nog 42 procent.

Die significante daling is opmerkelijk, want in het kader van Veilige Publieke Taak worden niet alleen werknemers maar ook werkgevers gestimuleerd om elk voorval van agressie en geweld bij de politie aan te geven. Hoe komt het dat de aangiftebereidheid nog zo tegenvalt? Werknemers die in 2011 deelnamen aan het onderzoek van de  DSP-groep geven aan dat zij het incident niet ernstig genoeg vinden om er melding van te doen. of ze zeggen dat agressie en geweld nu eenmaal bij het werk horen, of dat het voorval ter plekke is opgelost.

Opvallend: de tijd die het kost om aangifte te doen, is nauwelijks van invloed op de aangiftebereidheid van slachtoffers. Angst voor represailles en de geringe verwachting dat politie en justitie daadwerkelijk vervolgstappen zullen nemen, zijn evenmin van invloed op de aangiftebereidheid.

Wel relevant voor de aangiftebereidheid zijn de aard van het voorval en de effecten voor het slachtoffer, blijkt uit de recente evaluatie van de naleving van de ELA. Fysiek geweld en bedreigingen leiden significant vaker tot een aangifte dan verbaal geweld, discriminatie of seksuele intimidatie. En slachtoffers die te maken hebben met fysieke gevolgen – verwondingen, ziekte of materiële schade – vertonen een relatief hoge aangiftebereidheid. Ook de attitude van de werkgever speelt een rol: in organisaties waar werknemers worden aangemoedigd om aangifte te doen van agressie en geweld, gebeurt dat ook vaker. Bovendien zijn de afhandeling van de zaak en de bejegening van het slachtoffer door politie en om van invloed op aangiftebereidheid bij een volgend incident.

Daarentegen blijken andere werkgeversmaatregelen uit het Programma Veilige Publieke Taak, zoals nazorg, schadeverhaal of het uitdragen van de norm dat agressie en geweld niet geaccepteerd wordt, geen invloed te hebben op de aangiftebereidheid van slachtoffers. En onverklaard blijft waarom werknemers bij gemeenten vaker geneigd zijn om aangifte te doen dan ambtenaren bij het rijk, provincies of waterschappen.

Een verbeterpunt dat naar voren komt in verschillende publicaties over Veilige Publieke Taak, waaronder een rapport van de toenmalige inspectie openbare orde en veiligheid uit 2011, betreft het aangifte- en registratieproces bij politie en OM. Zo laat de eenduidige registratie van de zogenoemde VPT-zaken in een flink aantal politiekorpsen (8 van de 25) en parketten (3 van de 11) nog te wensen over. En zoals de onderzoekers benadrukken, zijn verbeteringen op dit vlak noodzakelijk om de aanpak te kunnen borgen en de preventieve effecten te verzilveren.

Kijk voor meer informatie op de website www.evpt.nl of neem contact op met Bernadette Schomaker, telefoon (070) 376 57 00, e-mail b.schomaker@caop.nl.

Door: Lynsey Dubbeld voor Secondant 
Bron: Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid
 

Preventie en beleid