Enorme afname van bestrijdingsmiddelen door overheden

Sinds de wijziging van het ‘Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden’ die eind 2017 in werking trad, mogen overheden geen bestrijdingsmiddelen meer gebruiken op verharde oppervlakten zoals stoepen en straten. Ook is het niet meer toegestaan om deze middelen in de groenvoorziening te gebruiken. Het resterend gebruik is vooral ingezet bij het onderhoud van het spoor. Ook daar is een daling te zien, al is die wel minder groot.

Overheidsinstellingen in Nederland gebruikten in 2018 vijf keer zo weinig bestrijdingsmiddelen als in 2013. Die enorme afname is het gevolg van het verbod voor overheden, zoals Rijkswaterstaat, gemeenten en waterschappen, op het gebruik van bestrijdingsmiddelen op verharde stoepen en wegen. Dat blijkt uit cijfers van het CBS.

Sinds de wijziging van het ‘Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden’ die eind 2017 in werking trad, mogen overheden geen bestrijdingsmiddelen meer gebruiken op verharde oppervlakten zoals stoepen en straten. Ook is het niet meer toegestaan om deze middelen in de groenvoorziening te gebruiken. Het resterend gebruik is vooral ingezet bij het onderhoud van het spoor. Ook daar is een daling te zien, al is die wel minder groot. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.

Spoorbanen en rangeerterreinen
Bijna zeventig procent van de gewasbeschermingsmiddelen die Nederlandse overheidsinstellingen in 2018 gebruikten, is ingezet om spoorbanen en rangeerterreinen onkruidvrij te houden. In totaal werd ruim 3000 kilogram aan gewasbeschermingsmiddelen voor dit doel ingezet. In 2013 werd hiervoor nog bijna 4000 kilogram aan bestrijdingsmiddelen gebruikt.

Door spoorbeheerder ProRail werd in 2018 met name het middel glyfosaat ingezet. Overheidsinstellingen maken veel minder gebruik van glyfosaat, ook wel bekend onder de merknaam Roundup. In 2018 werd bijna 90 procent minder gebruikt dan in 2013. In dat jaar werd er bijna 20.000 kilogram glyfosaat gebruikt. Toen was chemische bestrijding van onkruiden op verhardingen immers nog toegestaan.

Eikenprocessierups
Sinds november 2017 mogen overheden onder beperkte voorwaarden gewasbeschermingsmiddelen toepassen als dat nodig is voor de bescherming van mens, dier en milieu. De afgelopen jaren bestaat de plaagbestrijding vooral uit het bestrijden van de eikenprocessierups. In 2018 werd hiervoor door de gemeenten 315 kilogram van een microbiologisch bestrijdingsmiddel ingezet. In 2013 was insectenbestrijding nog van beperkt belang. Voor de bestrijding van de eikenprocessierups worden geen chemische bestrijdingsmiddelen ingezet.

In 2013 besloegen de verhardingen waarop gemeenten chemische bestrijdingsmiddelen gebruikten nog bijna 22 duizend hectare. Nu bestrijdingsmiddelen daar niet meer zijn toegestaan was die oppervlakte in 2018 nihil. Er wordt steeds vaker naar alternatieve methoden voor het bestrijden van onkruid, zoals borstelen of branden, gegrepen. Ook de bestrijding met heet water of stoom neemt toe. De methoden worden met sensorsturing steeds preciezer.

Bron: CBS

Blootstelling aan gevaarlijke stoffen op de werkvloer is een gezondheidsrisico voor werknemers. Naast het meten van de luchtkwaliteit of voldoen aan de norm qua hoeveelheid gevaarlijke stoffen, is biologische monitoring een manier om blootstelling aan gevaarlijke stoffen te onderzoeken. Daan Huizer benoemt vijf redenen voor biologische monitoring. Daan Huizer is consultant Occupational Hygiene and Toxicology bij Caesar Consult.

De praktijk