Zorgplicht voor zzp’er bij ongeval

Deelgeschil Rechtbank Den Haag 1 juli 2014
Het slachtoffer in deze zaak betreft één van de twee vennoten van een bouwbedrijf. Het slachtoffer werd als zzp-er ingehuurd door een bouwbedrijf voor het verrichten van transport- schoonmaak en opruimwerkzaamheden in een bedrijfspand.

Bedrijfsongeval
Tijdens zijn werkzaamheden op de vierde verdieping heeft het slachtoffer een rol met vuilniszakken naar beneden laten vallen. Het slachtoffer besloot vervolgens om zich met de liftschaft te laten zakken om de rol vuilniszakken te pakken. Op het moment dat hij op de liftschaft wilde gaan staan, is hij door liftschaft heen gezakt en 12 meter naar beneden gevallen. Als gevolg van de val heeft het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel opgelopen.
Het slachtoffer stelt het bouwbedrijf aansprakelijk voor zijn schade.

Zorgplicht voor zzp-er
Op grond van de wet is een werkgever aansprakelijk voor de schade die zijn werknemer oploopt tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden. De werkgever heeft een zorgplicht jegens zijn werknemers.

Deze zorgplicht heeft een werkgever in sommige gevallen ook jegens ingeleend personeel met wie hij geen arbeidsovereenkomst heeft.

Een werkgever die zijn zorgplicht niet nakomt is op gelijke voet aansprakelijk voor de schade van werknemers als van anderen die bij hem werkzaam zijn.

Schending zorgplicht
In de onderhavige zaak oordeelde de rechter dat het bouwbedrijf zijn zorgplicht als werkgever heeft geschonden. De kantonrechter oordeelt dat het bouwbedrijf zijn zorgplicht heeft geschonden. Het bouwbedrijf had ten minste voldoende duidelijk moeten waarschuwen dat de plaat in de liftschacht niet mandragend was. Dergelijke veiligheidsmaatregelen zijn niet bezwaarlijk om te nemen. Er waren onvoldoende veiligheidsmaatregelen getroffen waardoor het ongeval heeft kunnen gebeuren.

De rechtbank oordeelde voorts dat het slachtoffer als zzp-er onder de zorgplicht valt van het bouwbedrijf. Het bouwbedrijf dient de schade van het slachtoffer opgelopen door het ongeval volledig te vergoeden.

ECLI:NL:RBDHA:2014:8149
Instantie: Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak: 01-07-2014
Datum publicatie: 21-07-2014
Zaaknummer: 2799208 RP VERZ 14-50115

Bron: USA Advocaten/Stichting PIV

Rollen en verantwoordelijkheden