De Krom bespreekt terugloop aantal bedrijfsartsen

De staatssecretaris bevestigt dat er onvoldoende bedrijfsartsen in opleiding zijn. De Stichting Capaciteitsorgaan geeft aan een instroom van minimaal 114 tot maximaal 145 bedrijfsartsen per jaar nodig te achten om in 2020 te voldoen aan de vervangingsvraag. Er zijn momenteel 76 artsen in opleiding voor bedrijfsarts. Daarvan zijn 11 de opleiding in 2011 gestart. In totaal zijn er op dit moment 2038 bedrijfsartsen geregistreerd.

Weinig studenten kiezen voor de opleiding tot bedrijfsarts en de vergrijzing onder deze beroepsgroep is hoog. De Staatssecretaris wil daarom in overleg treden met de sector over initiatieven om deze ontwikkeling te kunnen opvangen.


Vraag naar bedrijfsartsen marktbepaald
Staatssecretaris de Krom deelt op korte termijn niet de zorgen dat de bedrijfsgezondheidszorg door de lage instroom op korte termijn over onvoldoende deskundige bedrijfsartsen zal beschikken. De huidige marktontwikkeling op het terrein van de arbodienstverlening maakt dat er nu minder vraag is naar bedrijfsartsen.

Voor de langere termijn zal de verwachte uitstroom van bedrijfsartsen gerelateerd moeten worden aan de verwachte marktontwikkelingen. Daartoe zijn gesprekken met de sector gaande.

Druk op curatieve zorg kan toenemen

De Krom deelt de zorg dat het tekort aan bedrijfsartsen kan leiden tot toenemende druk op de curatieve zorg (huisartsen en ziekenhuizen). Met name omdat de meeste werknemers bij gezondheidsklachten eerst naar de huisarts gaan. De zorg bestaat dat patiënten mogelijk langer ziek blijven omdat reïntegratie moeilijker wordt door een tekort aan bedrijfsartsen.


Daarnaast is de curatieve zorg in het algemeen niet gespecialiseerd in het herkennen en behandelden van beroepsziekten. Daardoor is het mogelijk dat bij een tekort aan bedrijfsartsen beroepsziekten niet kunnen worden voorkomen of vroegtijdig worden herkend. Als deze preventieve taken minder adequaat bewerkstelligd worden, kan dit leiden tot een toename van klachten en daarmee toename van de curatieve zorgvraag.

De curatieve zorg heeft kennis en aandacht voor problematiek vanuit de bedrijfsgeneeskundige hoek, maar de bedrijfsgeneeskunde is hier vanzelfsprekend de specialist in. Volledige overname van taken door de curatieve sector is dan ook niet mogelijk en niet wenselijk.

De staatssecretaris geeft verder aan op dit moment bezig te zijn de lage instroom van bedrijfsartsen in samenhang met marktontwikkelingen en vragen rond de positie van de bedrijfsarts verder te bezien.

Met de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) is gesproken over mogelijke initiatieven van hun kant om de bekendheid en aantrekkelijkheid van het beroep te vergroten.

Op korte termijn vindt een overleg plaats met de brancheorganisatie Boaborea om van de arbodiensten te horen welke vervangingsvraag zij verwachten.

In vervolg hierop zal ook met het Capaciteitsorgaan en sociale partners worden gesproken.

Bron: Rijksoverheid

Beleid en overheid