SER: advies over arbeidsgerelateerde zorg

De SER heeft op 19 september j.l. een advies over arbeidsgerelateerde zorg vastgesteld. In dit advies geeft de raad een unanieme toekomstvisie.


Volgens de raad moet de arbeidsgerelateerde zorg kwalitatief beter worden: effectiever, met meer kennis van zaken, met aandacht voor preventie en re-integratie, én toegankelijk voor alle werkenden. Over de route ernaar toe wordt verschillend gedacht binnen de SER.

Op naar betere arbeidsgerelateerde zorg

De SER onderstreepte het grote belang van een goede arbeidsgerelateerde zorg, niet alleen voor de preventie en het terugdringen van ziekteverzuim, maar ook als bron van kennis voor de algemene gezondheidszorg.

Het kabinet had de SER vijf scenario’s voorgelegd om de knelpunten in de arbeidsgerelateerde zorg op te lossen. Uit een consultatie door de SER van ‘het veld’ en diverse deskundigen bleek echter dat geen van de scenario’s op een breed draagvlak kan rekenen.


De SER heeft elementen uit de verschillende scenario’s gehaald en samengevoegd tot bouwstenen voor een eigen visie op de toekomst van de arbeidsgerelateerde zorg. Deze visie wordt nu breed gedeeld, en is daarmee een belangrijke stap vooruit en winstpunt van het advies.


Onafhankelijke bedrijfsarts
Namens de drie vakcentrales sprak FNV-bestuurder Ruud Kuin. Hij benadrukte het belang van financiële onafhankelijkheid van de bedrijfsarts. Het huidige systeem bevat te veel prikkels om verzuim tegen te gaan en te weinig prikkels als het gaat om preventie.

Vrije toegang tot arbospreekuur
De vakcentrales pleiten voor het opnieuw wettelijk waarborgen van de vrije toegang voor werkenden tot het arbospreekuur en van de bedrijfsarts tot de werkplek.

Gekozen preventiemedewerker
Daarnaast zou de preventiemedewerker moeten worden gekozen door het personeel. Ook zou er een wettelijke minimumeis moeten komen die garandeert dat arbodienstverleners voldoende tijd besteden aan preventie.

De vakcentrales vinden dat goede arbeidsgerelateerde zorg kan worden geboden door interne arbodiensten of sectorale dan wel branchegeorganiseerde of regionale organisatievormen.

Regie bij werkgever
MKB-Nederland-voorzitter Michaël van Straalen voerde het woord namens de drie centrale ondernemersorganisaties. Ook hij stelde dat de bedrijfsarts onafhankelijk moet zijn, maar dat dit al voldoende is gewaarborgd door de professionele richtlijnen van de beroepsgroep, de BIG-registratie en het medisch tuchtrecht.

De werkgever moet de regie blijven voeren over het verzuimmanagement en het verzuimbeleid, omdat de werkgever verplicht is het loon door te betalen bij ziekte van de werknemer. Daartoe moet hij over informatie kunnen beschikken die nodig is voor de re-integratie van zijn werknemer. Van Straalen ziet het advies als een nuttige tussenstap op weg naar een betere arbeidsgerelateerde zorg.

Twee routes

Romke van der Veen gaf namens alle kroonleden aan waardevolle elementen te zien in beide routes. De werkgevers gaan uit van de verantwoordelijkheid en dus de regie en zeggenschap van de werkgever over de arbozorg.

De werknemers leggen de nadruk op de onafhankelijkheid van de arbozorg met de mogelijkheid van een meer sectorale of regionale organisatie.

Tegelijkertijd constateren de kroonleden dat de huidige verdeling van financiële verantwoordelijkheden op het terrein van ziekte en arbeidsongeschiktheid implicaties heeft voor de arbeidsgerelateerde zorg. Om tot een breder draagvlak te komen is het nodig deze bredere context erbij te betrekken, aldus Van der Veen.


SER-voorzitter Mariëtte Hamer onderstreepte de relevantie van het advies en zei met belangstelling uit te kijken naar hoe het advies zal worden opgepakt door het kabinet.


Bron: SER

Gezondheidsmanagement