Ondernemingsraden zetten werkstress op de kaart

Met deze kaarten kun je dus letterlijk het thema werkstress aankaarten en op de kaart zetten. De leidraad is te downloaden op de site: www.checkjewerkstress.nl (in de toolkit).

 

Wat geeft werkplezier?
De kaart ‘Werkplezier’ is een van de kaarten die tijdens de bijeenkomst extra belicht is. Er komt duidelijk naar voren dat het werkplezier voor een belangrijk deel uit de inhoud van het werk voortkomt. Bijvoorbeeld een cliënt succesvol kunnen plaatsen, een ‘blije’ bewoner, een succesvolle campagne of een goed resultaat boeken. Daarbij wordt vaak het woord ‘samen’ genoemd. Samen werken, elkaar helpen (juist ook in barre tijden) en een prettige werksfeer helpen goed mee. Andere facetten die een belangrijke bijdrage leveren aan het werkplezier, zijn:

  • Waardering krijgen van collega’s en van je leidinggevende, bijvoorbeeld in de vorm van complimenten.
  • Complimenten geven.
  • Afwisseling in het werk hebben.
  • Het idee hebben en het gevoel krijgen dat je de organisatie wat te bieden hebt, dat je ertoe doet.
  • Eigen ondernemerschap hebben, veel zelf kunnen regelen.

Wat geeft werkstress?
De kaart ‘Oorzaken van werkstress’ geeft inzicht in wat stress veroorzaakt en de factoren die het werkplezier verstoren en stress veroorzaken. Hier een greep uit de oorzaken die deelnemers noemen:

  • Onzekerheid en/of onduidelijkheid ten gevolge van reorganisaties en (vele) veranderingen.
  • Het niet kunnen of willen bespreken van stressfactoren leidt vaak tot stress.
  • Een hoge taakbelasting.
  • Slechte of gebruiksonvriendelijke systemen en/of systemen die nog niet helemaal gereed zijn.
  • Ziekte van collega’s en slechte vervanging bij ziekte.
  • Een afrekencultuur, subjectieve beoordeling door management.
  • (Te) veel bemoeienis vanuit de organisatie, onvoldoende regelmogelijkheden of het denkbeeld dat regelmogelijkheden er niet of beperkt zijn.
  • Onduidelijke afspraken en afspraken die niet nagekomen worden.
  • Onvoldoende ontwikkel-  en doorgroeimogelijkheden. Hier werd de mooie term ‘bonsai-methode’ voor bedacht: ontwikkelen mag wel, maar alleen in een voorbedacht model. Het zou fijn zijn als de bonsai ook wat meer ruimte krijgt om te groeien.

Een concreet idee voor ‘morgen’
De mate waarin er aandacht voor werkstress is, verschilt per organisatie. Variërend van nog nauwelijks aandacht tot een organisatie waar het tot een speerpunt is benoemd (overigens vaak aangejaagd door de OR). Ook de mate waarin en de manier waarop ondernemingsraden met dit thema bezig zijn, verschilt. Dit zorgde er tijdens de bijeenkomst voor dat er veel kennis, ervaring en ideeën onderling werden uitgewisseld. Iedere OR ging met een concreet idee voor ‘morgen’ naar huis, zoals:

  • De achterban opzoeken op de locaties, dus letterlijk de bus of auto pakken en de medewerkers terplekke spreken.
  • Het eigen netwerk verstevigen, bijvoorbeeld door in gesprek te gaan met de preventiemedewerker, contact te zoeken met een extern adviseur, de bedrijfsarts regelmatig uit te nodigen in de OR-vergadering en/of een discussie met het management voeren naar aanleiding van de uitkomsten van een onderzoek.
  • Promoten van positieve zaken (wat gaat goed?), acties en resultaten.
  • Zelf een onderzoek uitvoeren.
  • Best practices in eigen organisatie in beeld krijgen en ook extern te rade gaan, bijvoorbeeld door (voorbeeldondernemingen) te bezoeken.
  • Verkennen of er een commissie kan worden ingesteld, waarin werkstress en werkplezier een vast onderwerp op de agenda is.
  • Uitzoeken wat het Preventief Medisch Ondezoek (PMO), de Work Ability Index (WAI), het medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO), de Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) of andere arbo-onderzoeken nu eigenlijk zeggen over werkstress en dan ook pro-actief aan de slag gaan met de uitkomsten.
  • Als je niet serieus genomen wordt als OR of dat idee hebt, hierover ‘open kaart’ spelen, dit bespreekbaar maken. Een informeel overleg met de bestuurder kan helpen.

De werkgever aan zet bij werkstress
De OR kan veel doen en heeft veel invloed. Maar natuurlijk is de rol van de werkgever van cruciaal belang. Wat de OR-leden meegeven aan de werkgever, is:

  • Promoot positieve dingen, acties en resultaten, geef aan wat gelukt is en koppel ook terug als iets nog loopt of niet gaat lukken.
  • Pak de daadwerkelijke oorzaken van werkstress aan en blijf niet ‘hangen’ in onderzoek en werkgroepjes.
  • Zorg dat medewerkers binnen een team maar ook over alle lagen heen met elkaar in gesprek zijn over werkstress en werkplezier, bijvoorbeeld aan de hand van de gespreksleidraad Werkstress.
  • Ga ook zelf in gesprek met de medewerkers om te weten wat er leeft op de werkvloer of vraag de OR om input.
  • Begin klein of pak een concreet knelpunt op waar veel medewerkers over klagen, bijvoorbeeld de roosters, de werkverdeling, vervanging bij ziekte en/of een workshop werkplezier.
  • Zorg dat medewerkers als nodig stoom kunnen afblazen en een weg kunnen vinden in geval van eerste stresssignalen, bijvoorbeeld bij collega’s, de leidinggevende, P&O, de bedrijfsarts of de vertrouwenspersoon.
  • Betrek medewerkers bij veranderingen en investeringen (bijvoorbeeld de aanschaf van een nieuw systeem) en neem de tijd voor een goede verkenning. Die tijd win je later terug, omdat de afronding soepel zal verlopen, aanpassingen niet meer (zo veel) nodig zijn en het goed maatwerk wordt.

Communicatie
Er was natuurlijk veel meer te melden, maar laten we ook aan de werkdruk van de werkgever denken. Alleen nog dit: wat echt verbeterd moet worden, dat is de communicatie. Communicatie wordt gezien als een belangrijke sleutel voor stresspreventie. Bij veranderingen is het zaak dat de werkgever het hoe en waarom duidelijk uitlegt. De bedoeling moet duidelijk zijn en ook moet helder zijn wat de medewerker kan verwachten. Eerlijk en open zijn, steeds informatie geven over de tussenstand, medewerkers meenemen in het proces en zo mogelijk verantwoordelijk maken voor een ‘eigen stukje’ past daarbij. Een slimme werkgever neemt de OR serieus, neemt de adviezen van zijn OR mee in zijn  planvorming en neemt ook de zo juist genoemde adviezen ter harte.

 

Wat medewerkers kunnen doen tegen werkstress
De medewerker zelf heeft ook werk te doen, bijvoorbeeld door:

  • Zijn best te doen, maar ook te bedenken dat hij niet meer kan doen dan zijn best.
  • Zelf te zorgen voor meer regelmogelijkheden.
  • Op tijd pauze te pakken.
  • Aandacht te vragen aan en aandacht te hebben voor collega’s.
  • Positief proberen te zijn.
  • Op tijd aan de bel te trekken en hulp te vragen.
  • De gesprekskaarten in te zetten in het eigen team en/of voor te leggen aan de teammanager.

Hierbij willen we ook het ‘geheim’  van een van de deelnemers meegeven om stress te voorkomen. ‘Ik heb nooit stress, simpelweg omdat ik dat niet accepteer en als er stress dreigt dan onderneem ik actie. Misschien ben ik wel als een eend, die heeft ook een stofje tussen zijn veren die voorkomt dat ze nat wordt. Blijkbaar kan ik dat met stress.’

 

Aan de slag met werkstress in de eigen organisatie
Nu gaan de OR-leden elkaar verder versterken in lerende netwerken die aansluitend op deze bijeenkomst ingericht zijn. Iedere OR gaat daadwerkelijk met werkstress in de eigen organisatie aan de slag en neemt actief deel aan het netwerk. In het netwerk gaan de OR-leden elkaar helpen, voeden, op idee brengen en dus versterken. Natuurlijk laten we dan weer van ons horen, zodat iedere OR en ook werkgever daar zijn voordeel mee kan doen.

 

SBI: Alex Daems & Sido Groenland
CAOP: Diana Lettink & Karin Langeree
FNV Formaat: Rob van Houten: & Nicole Pikkemaat

Aan de slag met werkstress, dat was het doel van de startbijeenkomst voor ondernemingsraden. Hierbij werd de Gespreksleidraad Werkstress gebruikt. Een overzicht van de ervaringen die omgezet werden in concrete ideeën voor minder werkstress.

 

Dinsdag 7 oktober 2014 organiseerden CAOP, FNV Formaat en SBI de startbijeenkomst ‘Werkstress voor Ondernemingsraden’. De startbijeenkomst maakt onderdeel uit van de communicatiecampagne ‘Check je Werkstress’ van het Ministerie van SZW. De deelnemers zijn zeer betrokken en  bevlogen en doen hun werk, inclusief de OR-taken, in het algemeen met veel  plezier. De OR-leden hebben kennisgemaakt met de twaalf gesprekskaarten uit de Gespreksleidraad Werkstress, een gezamenlijk ontwerp van FNV Formaat, SBI, CAOP, de Baak en AWVN. Zie hier het overzicht van de kaarten:

Rollen en verantwoordelijkheden