Aanpak laaggeletterdheid belangrijk voor werkveiligheid

Overheid en werkgevers moeten zich meer inspannen om laaggeletterdheid aan te pakken. Dat is de strekking van het advies “Samen werken aan taal” van de Sociaal-Economische Raad. De gevolgen van laaggeletterdheid kan gevaren opleveren voor de veiligheid op de werkvloer.

Het kabinet heeft in maart 2019 plannen gepresenteerd, maar ziet de urgentie van dit probleem niet voldoende, zegt de Sociaal-Economische Raad (SER). Minister van Engelshoven (OC&W) kondigde in een brief aan de kamer wel maatregelen aan, maar volgens de SER te weinig middelen. Het kabinet trekt namelijk 84 miljoen euro uit voor de aanpak van laaggeletterdheid. Maar de SER denkt niet dat dit bedrag voldoende is.

‘Laaggeletterdheid is in Nederland nog altijd een groot probleem,’ zegt SER-voorzitter Mariëtte Hamer. ‘Niet alleen voor de laaggeletterden zelf, maar ook voor werkgevers en overheid. Meer urgentie, middelen en samenwerking zijn nodig om deze grote maatschappelijke uitdaging écht aan te pakken”. Laaggeletterdheid brengt risico’s met zich mee voor de gezondheid en veiligheid op de werkvloer. Laaggeletterden kunnen bijvoorbeeld veiligheidsvoorschriften en werkinstructies niet lezen.
Om concurrerend te kunnen zijn, hebben werkgevers mensen nodig met steeds meer taal- en digitale vaardigheden. Om laaggeletterdheid aan te pakken is een landelijk beleid met regionale uitvoering hard nodig, Steeds meer mensen moeten kunnen beschikken over digitale vaardigheden maar hebben die nog niet. Niet alle digibeten zijn laaggeletterd, maar omgekeerd geldt dit meestal wel.

De SER geeft in zijn advies een voorbeeld van een organisatie die werknemers taalcursussen aanbood. In deze organisatie steeg het aantal werknemers dat de Nederlandse taal beheerst op niveau B1 van 41 naar 81 procent. Op taalniveau B1 kan een werknemer de belangrijkste punten begrijpen uit duidelijke, in alledaagse taal geformuleerde standaardteksten.

De SER adviseert om meer regie te voeren vanuit het kabinet. Daarnaast moet er meer geld ter beschikking komen. Die verantwoordelijkheid ligt nu nog bij gemeenten. De 84 miljoen euro van het kabinet is te weinig om 2,5 miljoen mensen te kunnen helpen. Het lijkt er eerder op dat minimaal het dubbele bedrag nodig is. Hamer: ‘Het begint er echter mee het budget veel effectiever in te zetten. Daarom adviseren wij gemeenten om beter te gaan samenwerken. Zowel met werkgevers, maatschappelijke organisaties en onderwijs, om zo nodig de complexe problemen aan te pakken.

Bron: SER

Duurzame inzetbaarheid