Gezond werken in nachtdienst

Gezond werken in nachtdienst

Een verstoring van het dag-nacht-ritme kan de vitaliteit van medewerkers die nachtdiensten draaien aantasten. Hoe kom je erachter waar de grootste knelpunten zitten? Welke risico’s brengt het werken in nachtdiensten met zich mee en welke maatregelen kun je daartegen nemen?

In Nederland werkten in 2020 meer dan 5,5 miljoen werknemers soms of regelmatig buiten kantoortijden, waarvan 1,2 miljoen ook nachtdiensten draaiden. De industrie vormt samen met de zorg één van de sectoren waar medewerkers het meest op onregelmatige werktijden werken. In de sector industrie werkt 45 procent van de medewerkers wel eens in de avond of nacht. Productiebedrijven in deze sector hebben vaak te maken met een productieproces dat vraagt om continue bezetting. Zij werken daarom veelal met collectieve ploegendiensten op onregelmatige werktijden.

Risico's van nachtdiensten

De menselijke biologische klok zorgt ervoor dat alle processen in het lichaam een ritme van ongeveer 24 uur vertonen. De biologische klok regelt:

  • Slaap/waak: de alertheid is in de nacht lager
  • Prestatie: deze is in de nacht lager
  • Temperatuur: het lichaam is in de nacht koeler
  • Hormoonhuishouding: melatonine (slaaphormoon) en cortisol (stresshormoon) zijn de twee belangrijkste
  • Spijsvertering: deze staat in de nacht ‘on hold’, het lichaam verteert nauwelijks

Het werken in nachtdiensten verstoort het natuurlijke ritme van de biologische klok. De medewerker werkt namelijk op tijden waarop de biologische klok slaap dicteert en moet slapen op tijden waarop de biologische klok alertheid dicteert. Omdat alle processen in je lichaam zich daarop in een ander tempo aanpassen, raakt je lichaam flink in de war. Op de korte termijn uit zich dat voornamelijk in verminderde slaap en slaapkwaliteit. Indien er onvoldoende tijd voor herstel is, wordt er een slaaptekort opgebouwd met de kans op chronische vermoeidheid. Langdurig en frequent ’s nacht werken verhoogd het risico op slaapproblemen, hart- en vaatziekten en diabetes mellitus type 2.

Na vijf jaar nachtdiensten kan ongeveer 3% van de gevallen van diabetes mellitus bij nachtwerkers worden verklaard door nachtwerk, na 40 jaar nachtdiensten is dat circa 21%. Voor hart- en vaatziekten is dit 4% tot 23%. Na 40 jaar nachtwerk, verhoogd risico op diabetes of een hart- of vaatziekte van 7-8 procentpunten vergeleken met iemand die geen nachtwerk heeft verricht (NVAB richtlijn nachtwerk, 2020).

Naast deze gezondheidseffecten van nachtwerk, komt ook een verstoorde werk-privé balans vaker voor onder nachtwerkers. Een verstoorde werk-privé balans is een bewezen voorspeller van toekomstig verzuim.

Maatregelen gezond werken in nachtdienst

De meest effectieve manier om de nadelige gezondheidseffecten van nachtdiensten te beperken, is het voorkomen of minimaliseren van nachtdiensten. Door een kritische analyse van het werkproces kan men nagaan of nachtwerk noodzakelijk is of wellicht verplaatst kan worden naar de dag. In het verlengde hiervan adviseert de NVAB om, zoals wettelijk verplicht, nachtwerk op te nemen in de RI&E en het Plan van Aanpak. Hierin dient ook aandacht te zijn waarom een werkgever nachtwerk nodig acht. Het is immers niet altijd mogelijk om nachtwerk te beperken. Naast de RI&E zijn werkgevers verplicht om medewerkers periodiek een arbeidsgezondheidskundig onderzoek aan te bieden. Naast dat individuele medewerkers op basis van de uitkomsten van een dergelijk onderzoek uitgenodigd kunnen worden door de bedrijfsarts, is het op organisatieniveau een mooi instrument om het beleid aangaande nachtwerk en gezondheid te monitoren.

Er zijn  diverse maatregelen te bedenken om de nadelige effecten van nachtdiensten te beperken. Dat kan op drie gebieden: in de werkomgeving, in de roosters en in de leefstijl.

Een gezonde werkomgeving

Voorkom een combinatiebelasting door de werkzaamheden en werkomgeving af te stemmen op de extra belasting van nachtwerk en de belastbaarheid van de medewerker. Vitaliteit in de werkomgeving kun je bevorderen door een optimale fysieke, fysische, psychosociale en cognitieve belasting. 

1. Optimale fysieke belasting 

Dat betekent precies de goede intensiteit en tijdsduur van werkzaamheden in combinatie met afwisseling:

  • Niet te lang zware fysieke krachtsinspanningen (bijvoorbeeld zwaar tillen, trekken, duwen)
  • Afwisseling tussen de krachtsinspanningen
  • Vermijd ongemakkelijke lichaamshoudingen
  • Zo min mogelijk trillende gereedschappen
  • Voorkom onderbelasting (sedentair gedrag, bijvoorbeeld langdurig zittend werk)

2. Een optimale fysische belasting

Wordt bepaald door de omgeving waarin de medewerker werkt. Denk daarbij aan:

  • Niet te hoge of lage temperatuur
  • Geen extreem lawaai
  • Goede verlichting in de nacht
  • Zo min mogelijk straling, chemische stoffen en nano-deeltjes

Uiteraard kan het lastig zijn om een bestaand gebouw aan te passen, maar het aanbrengen van isolatie, een regelsysteem voor het klimaat, aangepaste verlichting en beschermende kleding, zijn maatregelen die een organisatie bijvoorbeeld wel kan treffen.

3. Psychosociale belasting

Wordt bepaald door de hoogte van taakeisen in combinatie met regelmogelijkheden. Hoge taakeisen bestaan bij veel deadlines, hectiek en piekbelasting. Regelmogelijkheden betekent dat de medewerker zelf keuzes kan maken bij storingen en bijvoorbeeld specifieke klantwensen. Als de taakeisen en de regelmogelijkheden beiden hoog zijn, is er sprake van actief werk. Hierin heeft de medewerker uitdaging, maar ook de ruimte om die uitdagingen goed aan te gaan.

4. De cognitieve belasting

Wordt bepaald door de mate waarin er een beroep wordt gedaan op: het sensorisch opnamevermogen (waarnemen van details, signalen opvangen), het concentratievermogen, informatieverwerking (geheugen, nieuwe dingen leren) en het handelingsvermogen (snel beslissen, reageren).

Naast dat er voldoende tijd voor herstel moet zijn na het werk, zijn ook goede herstelvoorzieningen op het werk van belang. Denk bijvoorbeeld aan goede restauratieve voorzieningen en pauzeruimte. Verder lijken ook powernaps in de nacht een beloftevolle strategie om nadelige gezondheidseffecten van nachtwerk te beperken.

Een gezond rooster

Het rooster is een van de sleutelvariabelen om nachtwerk goed in te regelen. De basis van een goed rooster is ontregeling van de biologisch klok minimaliseren en tijd voor herstel en sociale leven maximaliseren. Om dit te bewerkstelligen zijn de volgende elf vuistregels opgesteld: 

  1. Aantal nachtdiensten: optimale aantal nachtdiensten achter elkaar 2 tot 3
  2. Opkomsttijd: een starttijd van 7.00 uur of later is wenselijk
  3. Lengte dienstreeks: optimale reekslengte 3 tot 4 diensten
  4. Rotatierichting: voorwaarts roterend rooster, van dag, naar avond, naar nacht
  5. Rotatiesnelheid: 2 tot 3 dezelfde diensten op een rij
  6. Aantal rustdagen na een reeks: 2 dagen (na 4-5 diensten) of 3 dagen (na 6 diensten)
  7. Duur van de dienst: maximale arbeidsduur per dienst 9 uur (bij nachtdiensten 8 uur)
  8. Pauzes: bouw korte pauzes tijdens de dienst in (twee keer 15 min + eenmaal 30 min)
  9. Avonden en (gebroken) weekenden: rekening houden met individuele behoeften
  10. Regelmaat: voorkeur voor herkenbaar patroon
  11. Aantal uren per week: gemiddeld maximaal 34-38 uur, afhankelijk van de zwaarte van het rooster

Belasting van nachtwerk verlagen

Een gezond rooster inclusief nachtwerk bestaat niet. Door grotendeels te voldoen aan deze vuistregels kan de belasting van nachtwerk verlaagd worden. In de praktijk is het niet mogelijk om al deze aspecten optimaal te krijgen. Het veranderen van één aspect zal vaak invloed hebben op andere aspecten. Daarom zal per situatie gezocht moeten worden naar een optimum. Ondanks de elf vuistregels, zal elke organisatie en individu andere punten in het rooster belangrijk vinden. In iedere organisatie spelen weer andere dingen waar belang aan wordt gehecht. En individuen verschillen o.a. naar gelang het chronotype (maat voor ochtend-/avondmens, belastbaarheid en de privé-situatie). Kortom, hét gezondste rooster bestaat niet. Het belangrijkste is dat alle betrokkenen het gesprek met elkaar aangaan en zoeken naar een gezamenlijke oplossing. En dat waar mogelijk wordt gezocht naar ruimte voor individueel maatwerk. Zeggenschap over werktijden is ook van belang. 

Een gezonde leefstijl

Het draaien van nachtdiensten kan een flinke impact hebben op het sociale leven van medewerkers. Maar ook andersom: de mate waarin de medewerker thuis kan ontspannen, de kwaliteit van slaap en voeding en de aanwezigheid van lichaamsbeweging, hebben een directe invloed op de vitaliteit van de medewerker op het werk. Bij ploegendienstwerk bestaat er nog meer urgentie voor een gezonde leefstijl. De leefstijl van medewerkers bepaalt voor een belangrijk deel hoe goed de medewerker het werken in ploegen, ook op de lange duur, vol kan houden. Je kan stellen dat leefstijl een zaak is van de werknemer en niet van de werkgever, maar er zijn wel degelijk dingen die je als werkgever kunt doen om medewerkers te helpen hun leefstijl te verbeteren:

  • Peilen/monitoren van behoefte bij medewerkers aan informatie en faciliteiten. Dat kan meteen officiële enquête, maar natuurlijk ook via informele gesprekken.
  • Informeren: de kennis bij medewerkers vergroten over de rol van leefstijl in ploegendienst. Dat kan door een voedingsdeskundige uit te nodigen, folders te verspreiden of met apps voor de smartphone.
  • Het stimuleren en motiveren van werknemers om gezond te eten en te bewegen door structurele en eenmalige activiteiten. Bijvoorbeeld een gezonde week of sportclinics om kennis te maken met sporten.
  • Faciliteren: het voorzien van de mogelijkheid om als werknemer een gezonde en evenwichtige keuze te maken. Dat wil dus zeggen dat er bijvoorbeeld overdag en ’s nachts in de kantine ook fruit en salades aangeboden worden. En bijvoorbeeld een koelkast zodat de medewerker eigen (gezond) eten en drinken kan meenemen.

Dialoog openen over nachtdienst

Er zijn dus diverse elementen te bedenken waarop een bedrijf maatregelen kan treffen. Maar hoe kies je de juiste elementen en interventies? Dat hangt af van de prioriteiten en de behoeften van verschillende partijen in de organisatie. In een gezamenlijke workshop kan een werkgroep met verschillende betrokkenen binnen het bedrijf (management, medewerkers, HR, OR) de dialoog over ploegendiensten openen. Verwachtingen van werkgever en werknemers moet je delen. Oorzaken en gevolgen van niet-fitte ploegendienstmedewerkers kan je laten toelichten door een expert. Daarna kan je inventariseren hoe het staat met de werkomgeving, de roostervorm en de leefstijl. Tot slot kan de werkgroep kijken waar de mogelijke verbeterpunten liggen en wat er nodig is om die te realiseren. Dit levert een realistisch plan van aanpak voor het inzetten van interventies op.

Gezond werken met nachtdiensten

Het werken in nachtdiensten kan de vitaliteit van medewerkers aantasten. Nachtdiensten zouden daarom als apart risico in de RI&E moeten worden opgenomen. Een bedrijf kan de risico’s tegengaan door maatregelen te treffen op het vlak van de werkomgeving, roosters en leefstijl. Door met de betrokken partijen in een bedrijf de dialoog aan te gaan over deze elementen, kan je erachter komen op welke punten je als eerste interventies in zou moeten zetten.

Met medewerking van Sarika Verbiest.

Zoekwoorden
nachtdienst
preventie
vitaliteit

Duurzame inzetbaarheid