Health check: Geen vervolg is gemiste kans

Health check: Geen vervolg is gemiste kans

PAGO’s, PMO’s, ademluchtkeuringen, health checks, vitaliteitschecks, inzetbaarheidschecks of anderszins gezondheidsonderzoeken worden in Nederland jaarlijks veel uitgevoerd. Deels houdt het verband met de risico’s in het werk (voortkomend uit de RI&E), deels zijn het ook algemene gezondheid check-ups. Maar wat gebeurt er na de health checks? Heel vaak niets en dat is een gemiste kans.

In de praktijk wordt door een relatief kleine groep organisaties daadwerkelijk een actieplan opgesteld na een gezondheidsonderzoek. Veel organisatie beginnen er niet aan omdat er (te) weinig geld beschikbaar is of dat men alleen aan de wet wil voldoen en een vervolg niet nodig vindt. “Uit de RI&E kwam naar voren dat we het moesten doen en dat hebben we bij deze gedaan." Er zijn ook veel organisaties die er niet direct iets mee doen omdat het eigenlijk de eigen verantwoordelijkheid van de werknemer zelf is (het is immers zijn lichaam en leefstijl). De vraag is dan wel gerechtvaardigd te stellen: waarom doe je dan als organisatie een onderzoek?

Arborisico’s en gezondheidsonderzoeken

Wat betreft de arborisico’s is het redelijk helder. Als deze in de RI&E aangemerkt zijn als risico behoort de werkgever ook de eventuele gezondheidsschade inzichtelijk te maken. Je kan dan denken aan:

  • gehoorschade als gevolg van lawaaiblootstelling

  • verminderde longcapaciteit voortkomend uit bijvoorbeeld stof

  • afwijkingen in bloed als gevolg van blootstelling aan biologische agentia

  • houding- en bewegingsapparaatklachten welke verband houden met beeldschermwerk of fysieke belasting

  • stresseffecten voortkomend uit de werkdruk of onderlinge verhoudingen

Het is belangrijk de vragenlijst niet te lang te maken. Dan neemt de respons vaak af.

Na het medisch onderzoek volgt er een individueel traject met de medewerkers waar de klachten fors zijn. Meestal start dit bij de bedrijfsarts en kan iemand doorverwezen worden naar andere specialisten.

Het tweede traject zijn de groepsresultaten. Vanwege de kosten zijn er nog steeds bedrijven die geen groepsrapportage wensen te ontvangen. Indien deze niet opgesteld is, heb je als werkgever ook geen inzicht in de aanwezige gezondheidsproblemen en dus ook niet in de wenselijke vervolgactiviteiten. Eigenlijk een gemiste kans dus.

Indien deze rapportage er wel is, hebben de mogelijke vervolgactiviteiten betrekking op verschillende niveaus:

Hoe kunnen (groepen van) medewerkers effectiever om gaan met de huidige klachten? Bijvoorbeeld stressklachten, fysieke klachten of geluid

In workshops of trainingen kunnen medewerkers bewust gemaakt worden van de eigen invloed die zij hebben in bijvoorbeeld stresshantering of regelmatig pauzeren c.q. werkzaamheden rouleren.

Afhankelijk van het thema kan het een eenmalige training zijn of meerdere trainingen verspreid over een aantal dag(del)en.

Ook het beschikbaar stellen van hulpmiddelen en PBM’s behoort hier tot de alternatieven. Het is wenselijk om dit te koppelen aan een voorlichting over bijvoorbeeld lawaai (de kracht van de herhalen werkt namelijk ook goed).

Hoe kunnen leidinggevenden de klachten die in het gezondheidsonderzoek naar voren komen preventief signaleren? Wederom middels workshops/trainingen kunnen leidinggevenden getraind/voorgelicht worden in het herkennen van stressklachten zodat zij het gesprek hierover met hun medewerkers aan kunnen gaan voordat het tot verzuim leidt?
Ontwikkelen van preventiebeleid en het nemen van adequate verbetermaatregelen. Indien veel medewerkers dezelfde klachten hebben (bijvoorbeeld stressklachten) is het goed om bovenstaande te doen. Zo kunnen zij er eerder bij zijn en er effectiever mee omgaan. Echter dit is geen bronaanpak. Het is dus ook wenselijk om op afdelingsniveau in te zoomen naar de oorzaken van de stress. Zodat er op maatregelen genomen kunnen worden om de klachten te voorkomen. Zo ben je na het gezondheidsonderzoek weer terug bij de RI&E en ben je planmatig aan het werken aan het verbeteren van de arbeidsomstandigheden.

Vitaliteit en gezondheidsonderzoeken

Wat betreft de vitaliteit is het minder helder. Strikt genomen is het niet de verantwoordelijkheid van de werkgever om dit te onderzoeken, maar het draagt wel bij aan de bewustwording van medewerkers. Daarnaast speelt duurzame inzetbaarheid een belangrijke rol: als je langer duurzaam inzetbaar wil zijn (minimaal tot je 67ste)  gebeurt dit niet automatisch. Daar moet je dus iets voor doen (of laten). Je kan bijvoorbeeld denken aan de volgende onderzoeken:

  • cholesterol

  • glucose

  • BMI (Body Mass Index) en buikomvang

  • lenigheid

  • BRAVO: Bewegen, roken, alcohol, voeding, ontspanning

  • drugsgebruik en vatbaarheid voor andere verslavingen (bijvoorbeeld gokken)

Noot: Belangrijk is het wel dat dit goed (en valide) onderzocht wordt. De laatste jaren komen er steeds meer methodes naar voren waarvan de vraag is of zij betrouwbaar zijn. denk aan een glucosemeting middels een vingerprik bij een stand van een gezondheidsorganisatie op een winkelcentrum. Ook zijn self-kits in omloop. De werknemers krijgt een onderzoekspakket thuisgestuurd om BMI te meten en eenmalig zelf bloed te prikken, e.d. Los van de vraag of deze aanpak wetenschappelijk valide is, is het ook de vraag wat de werknemer hier uiteindelijk mee kan. Dat verschilt per organisatie. Soms moeten de spullen retour gestuurd worden en krijg je per email de resultaten, na analyse, thuisgestuurd. Soms kunnen mensen ook zelf de resultaten bekijken. Echter hoe interpreteer je de resultaten goed? wat doe je als je ziet dat je slecht scoort? Enige vorm van persoonlijk advies en nazorg is wel wenselijk.

Al deze onderzoeken hebben, in meer of mindere mate, impact op het privé-leven en de keuzes die iemand zelf maakt. Ook hierbij geldt dat na het medisch onderzoek er een individueel traject volgt met de medewerkers waar de klachten fors zijn. Meestal start dit bij een vitaliteitscoach en kan iemand doorverwezen worden naar andere specialisten of instanties.

Het tweede traject zijn de groepsresultaten. Hier speelt vaak de discussie mee dat werkgevers van mening zijn dat medewerkers, omdat het privé-keuzes zijn, zelf ook moeten bijdragen. Bijvoorbeeld zelf gebruik moeten gaan maken van de zorgverzekering. Echter niet iedereen heeft een uitgebreid aanvullend pakket afgesloten.

Daarnaast moet je bij vele interventies zelf een deel betalen (bijvoorbeeld het eigen risico, 25% of er geldt een maximum). Het is dus de vraag of medewerkers dit kunnen betalen, maar ook of ze het willen betalen. Indien iemand zelf de noodzaak er (nog) niet van inziet zal hij niet snel willen betalen.

Als werkgever kun je veel zaken aanbieden:

  • Online hulpprogramma’s

  • Vitaliteitscoaching

  • Voorlichting dietist/ kookworkshops

  • Sport- en beweegprogramma’s/ lunchwandelen

  • Powernap/ voorlichting werken in ploegendienst

  • Mindfullness/ stresshantering/balans werk-privé

Ook hier geldt weer dat het wel om wetenschappelijk onderbouwde interteventies moet gaan. Er zijn veel app’s en online programma’s in omloop waarvan het de vraag is waarop het gebaseerd is en of het doet wat het zou moeten doen. Het is dus belangrijk dit voorafgaand aan het inzetten ervan het goed te checken.

Met name de activiteiten die in groepsverband aangeboden worden zijn effectief. Collega’s stimuleren elkaar om in actie te komen en te blijven. Individuele coaching is ook effectief mits iemand zelf gemotiveerd is om te veranderen. Het gaat dan altijd om meerdere sessies en niet een eenmalige voorlichting of training. Betrek tenslotte ook het thuisfront er bij. Juist vanwege de impact die het heeft op privé, kan het betrekken van het thuisfront versterkend werken.

Privacy

Beide varianten vallen onder het medisch beroepsgeheim. Dit betekent dat de uitslag(en) alleen inzichtelijk zijn voor het individu zelf en de uitvoerend arts(en)/verpleegkundige(n). Alleen na schriftelijke toestemming van de medewerker kan informatie aan derden verstrekt worden. Op groepsniveau is de gangbare norm van rapportage gebaseerd op minimaal 15 deelnemers. Zo is de privacy gewaarborgd en zijn statistische analyses en verschillen relevant.

Tot slot, je kan als werkgever een goed vervolg geven aan een medisch onderzoek. Bepaal wel voorafgaand aan het onderzoek het beschikbare budget en ook wie verantwoordelijk is voor het vervolg. Als het primair de eigen verantwoordelijkheid van de medewerkers is (her)overweeg het nut van het aanbieden van een dergelijk vitaliteitsonderzoeken. Is het de investering waard? Het is belangrijk dat werkgevers zich dit voorafgaand aan het onderzoek realiseren. Liever minder medische/vitaliteitsonderzoeken en meer geld beschikbaar voor vervolgactiviteiten dan andersom.

Gezondheidsmanagement