Verbetering welzijn ondanks of dankzij corona?

Werknemers vinden zaken in de eigen leefsfeer belangrijker voor het welzijn dan veiligheid en klimaat.

Het welzijn van de beroepsbevolking verbeterde vorig jaar in alle sectoren sterk. Gemiddeld groeide het welzijn met 12 procent, terwijl het de laatste jaren maar lichtjes toenam. Deze verbetering staat haaks op de economische recessie waarmee Nederland kreeg te maken. Dit blijkt uit de Sectorale Welzijnsmonitor van ABN AMRO.

Het welzijn van de beroepsbevolking tijdens corona groeide met 12 procent, door een betere balans tussen werk en privé. Het wegvallen van de reistijd zorgde voor meer tijd, die meestal voor sporten en/of het gezin werd benut.

Sectorale Welzijnsmonitor

In de Sectorale Welzijnsmonitor van ABN AMRO werd het welzijn van Nederlandse werknemers in 17 sectoren onderzocht. Dit gebeurde op basis van 88 variabelen en zeven categorieën. Dat betreft de werk-privébalans, de gezondheid, de persoonlijke ontwikkeling, de economie, gelijke kansen, de veiligheid en het klimaat. Werknemers vinden zaken in de eigen leefsfeer (werk-privébalans en persoonlijke ontwikkeling) belangrijker voor het welzijn dan veiligheid en klimaat. Alle sectoren scoorden laag op gelijke kansen voor medewerkers.

Uit het onderzoek blijkt dat vooral een betere balans tussen werk en privé heeft gezorgd voor het toegenomen welzijn. Het massale thuiswerken heeft hieraan waarschijnlijk een grote bijdrage geleverd. Ouders waren dichterbij hun kinderen, sporten kon gemakkelijker in de lunchpauze en de reistijd kon aan andere zaken worden besteed. ABN AMRO concludeert bovendien dat er minder conflicten op de werkvloer waren dan in eerdere jaren en ook het aantal burn-out klachten afnam.

Veiligheid

De coronacrisis legde in verschillende sectoren pijnpunten bloot. Zo blijkt dat werknemers in een aantal sectoren zich veiliger voelden dan voorheen, zoals medewerkers in de bouwsector. Hoewel het werk gewoon doorging, golden op de bouwplaats sterke coronarestricties waardoor de kans op ongelukken kleiner was. Ook pestgedrag, intimidatie en ongewenste seksuele aandacht kwamen door het thuiswerken veel minder voor in het bedrijfsleven. Vooral in de zorg, waar het percentage medewerkers dat met intimidatie te maken had (32 procent) door patiënten en andere bezoekers doorgaans hoger ligt, was dit zichtbaar. In 2019 lag dit percentage namelijk nog op 42 procent.

In de categorie ‘gelijke kansen’ scoren de meeste sectoren echter onder de maat. Zo is in veel sectoren sprake van een verschil in uurloon tussen mannen en vrouwen werkzaam in dezelfde sector. Ook krijgen hoogopgeleide medewerkers vaker de kans een opleiding te volgen dan laagopgeleiden. Van de laatste groep hebben drie op de tien medewerkers in de afgelopen jaren een cursus of opleiding gevolgd voor werk, terwijl dit voor hoger opgeleiden voor bijna zes op de tien personen geldt.

Bron: ABN AMRO

Algemeen sociale veiligheid